Gedicht gepubliceerd in 1810 in Journal för Litteraturen och Theatern, waaraan Tegnér dit gedicht en het gedicht De eeuwige.
Breek de bloem, o jeugd, morgen zal het
op het graf gesprenkeld.
Een lachende maagd is nog leven voor je;
zijn gordel los!
De dag dat jij je Genie leeft is,
zijn mond gelukkig kussen;
maar hij kijkt naar je op, boos en boos,
verbreek je verbond.
En rol de steen weg van het graf van de toekomst,
zie de engel daar,
en speel niet, maar leun op de roede van hoop,
en denken en leren.
En sta op en vecht voor het welzijn van de mensheid
met zwaard, met stem,
worden verafschuwd, worden gehaat, en toch drukken ze
aan gewonde borsten.
En hoop op redding, op overwinning nog
in de bres van de storm,
maar je zult ook varen, zoals we nu doen,
op de wrakken van de tijd.
En alles waar je naar wilt luisteren, mijn zoon,
naar de vallei van het geheugen.
Nou je hoort elke avond van daar
een nachtegaal.
Want weldra zal de avond komen en u wenken
met een verdorde hand,
van het licht van de zon, van de bomen van het bos
naar een sterloos strand,
waar Cerberus blaft met een driepuntig gebrul
in verlaten kamers,
en Furies ranselen de lafaard af
Elyseum.
Abonneer je op YouTube:
Als je het waardeert Allmogens Onafhankelijk werken om onze mooie Zweedse geschiedenis en Noordse cultuur uit te beelden, u bent van harte welkom om iets leuks te kopen in de winkel of ons te steunen met een vrijwillige donatie. Dank u bij voorbaat!
Steun Allmogens via Swish: 123 258 97 29
Steun Allmogens door sluit u aan bij
Steun Allmogens in uw testament