Auteur archieven: Erik Gustaf Geijer

Levend: 1783 - 1847

Geboorteplaats: Ransäters bruk, Värmland

Erik Gustaf Geijer was een Zweeds schrijver, dichter, filosoof, historicus en componist. Hij was een van de grootste esthetici en vernieuwers van de Zweedse romantiek. Hij wordt beschouwd als een van de vaders van het Zweedse nationalisme, en na 1838 werd hij ook een belangrijk voorstander van het liberalisme.

Geijer was vanaf 1817 hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Uppsala en werd in 1824 lid van de Zweedse Academie. Hij was ook rector van de Universiteit van Uppsala in 1822, 1830, 1836 en 1843-1844. Als vertegenwoordiger van de universiteit was hij lid van de clerus in de parlementen van 1828-1830 en 1840-1841. Hij was ook lid van het Götiska Verband, waar hij redacteur was van het tijdschrift Iduna. Hij was ook lid van de Svea Orden.

Geijer zelf schrijft over zijn interessegebieden: "Ik heb me met vijf dingen beziggehouden - gretig, zo niet met succes - filosofie, geschiedenis, welsprekendheid, poëzie en muziek. - Dit zijn de vijf vingers van mijn hand, die ik heb geoefend in eerlijk handwerk en waarvan ik er geen wens op te geven."

Geijer hielp het conservatisme in het Zweedse politieke debat te brengen. Hij droeg ook bij tot de afschaffing van de slavernij in de toenmalige Zweedse kolonie Saint-Barthélemy, beïnvloedde Nathan Söderblom en Einar Billing met zijn theologie, en was een pionier met zijn "Ik-Doe" filosofie. Het Noordse familieboek schrijft dat het Geijer was die het liberalisme in Zweden mogelijk maakte zonder de revolutionaire omwentelingen die in Frankrijk plaatsvonden, en dat hij een enigszins Zweedse vorm van liberalisme creëerde

Spraak en stilte

Lied van Erik Gustaf Geijer gecomponeerd 1830-1840.

Manhem

Gedicht van Erik Gustaf Geijer uit het eerste nummer van het tijdschrift Iduna, gepubliceerd in 1811

Op nieuwjaarsdag 1838

Een van de bekendere gedichten van Erik Gustaf Geijer, met de alternatieve titel "Ensam i bräcklig [...]

De Viking

Een van de beroemdste gedichten van Erik Gustaf Geijer, geschreven in 1811.

Odalbonden

Op een bergkam, daar staat mijn huis, hoog boven bos en meer. Daar zag ik [...]