Kaart van Gästrikland, 1789

Detta är en gammal landskapskarta över Gästrikland som utgavs 1789 och kallades då “Geometrisk charta öfver Gästrikland”. Kartans upphovsman är värmländska kopparstickaren Jacob Gillberg. Kartan är sammandragen under landshövdingen och kommendören av Kungliga Nordstjärneorden, greven Fredrik Adolf Ulrik Cronstedt, översyn. Arbetet stod ingenjörerna Lenaeus och Lake för.

Gästrikland wordt voor het eerst vermeld in historische bronnen in 1253 en heette toen Gestrikalandia. Gästrikland wordt in het oosten begrensd door de Bodemzee, in het oosten en zuiden door Uppland, in het zuiden door Västmanland, in het westen door Dalarna en in het noorden door Hälsingland. Het landschap telt 1 800 bekende oude monumenten.

Het landschap verschilt van de aangrenzende regio's Hälsingland en Uppland door het ontbreken van sporen van cultivering en bewoning uit de tijd vóór de geboorte van Christus. Dit kan mogelijk te wijten zijn aan het feit dat het door latere teelt op dezelfde plaats verborgen is gebleven.

De berkenhouten boot uit de parochie van Hille is gedateerd op 400 na Christus. De grootste grafheuvel in het landschap is Axmarhögen in de parochie Hamrånge.

Gästrikland maakt deel uit van een ruimere definitie van Bergslagen en in de regio zijn vondsten gedaan van ijzerbewerking in de ijzertijd, zoals Kråknäsjärnet uit 400 n.Chr. Aangenomen wordt dat de ijzerbewerking in Gästrikland en zuidelijk Hälsingland concurreerde met de uitgebreide ijzerproductie die voordien in Mellannorrland plaatsvond tijdens de Vendeliaanse periode (6e eeuw en later). In de streek zijn ook een aantal runenstenen uit het Vikingtijdperk gevonden.

Volgens de Erik Kroniek vluchtte Holmger Knutsson na de slag bij Sparrsätra in 1247 naar Gästrikland, waar hij gevangen werd genomen.